De Diepenheimer gold ooit als een talentvolle hoogspringer. "Ik ben een keer oostelijk jeugdkampioen hoogspringen geweest, maar verloor de interesse in atletiek. Daarvoor had ik al gebokst, maar ook dat zag ik niet meer zitten. Na atletiek heb ik ook nog aan motorcross gedaan. Een prachtige sport, maar ik was om de haverklap geblesseerd. Ik heb in één seizoen drie keer de schouder uit de kom gehad. Daarom leek het mij verstandiger iets anders te zoeken."
De nieuwe sport werd mountainbiken. Te Velthuis zat tijdens zijn motorcrossjaren ook al regelmatig op een mountainbike, maar reed geen wedstrijden. Daarmee begon hij in 2000. De Diepenheimer schreef zich in voor de open klasse, een soort instapcompetitie. "Iedereen mag daarin meedoen. Je hoeft in tegenstelling tot de andere klassen geen lid van een wielerclub te zijn en een permanente licentie en medische keuring zijn niet verplicht. De open klasse is heel populair. Er staan iedere wedstrijd wel zo’n 150 tot 200 mountainbikers aan de start’, weet Te Velthuis.
De open klasse wordt in het jargon ook wel funklasse genoemd. Maar dat wil niet zeggen dat de wedstrijd weinig meer voorstelt dan een toertocht. "Het is zeker een serieuze klasse waarin hard wordt gereden. Ik dacht in mijn eerste seizoen over een goede conditie te beschikken, maar kwam iedere wedstrijd niet verder dan een 70ste plaats. In de eerste honderden meters na de start worden op het asfalt snelheden van wel vijftig kilometer per uur gehaald. Als je niet meteen kunt aanklampen bij de voorsten, ben je eigenlijk al kansloos voor een topklassering."
Te Velthuis had twee jaar nodig voordat hij zijn gezicht vooraan in het deelnemersveld kon laten zien. De Diepenheimer eindigde afgelopen seizoen vaak bij de eerste twintig en beleefde zaterdag het hoogtepunt in zijn prille mountainbikecarrière. Hij finishte in de laatste wedstrijd van de Rabobank Topcompetitie in Kuinre als tweede.
Te Velthuis zegt dat het recente succes vooral te danken is aan zijn verbeterde trainingsaanpak. "Ik train sinds een half jaar met ervaren mountainbikers, die in de zwaardere Mastersklasse uitkomen. We trainen vaak op de Lemelerberg en in de omgeving van Holten en Hellendoorn. Door die trainingen ben ik beter geworden." Hij heeft besloten volgend seizoen ook in de Masters te gaan mountainbiken. "Ik had in de open klasse wedstrijden kunnen gaan winnen, maar voor mijn gevoel ben ik klaar voor de masters. Daarom maak ik die overstap.’
(De Twentsche Courant Tubantia)