De wegrenner verlaat komend jaar de gebaande paden en klimt op een mountainbike, in het nieuwe sterrenteam van plaatsgenoot Jan ten Tusscher.
Orvalho: "De trainingen en de inspanningen bij het mountainbiker zijn korter en heviger. Dat betekent dat er meer tijd overblijft voor de studie." Orvalho maakte vorig jaar op zijn twintigste al zijn debuut tussen de profs bij Domo-Farm Frites. Dat liep niet helemaal zoals hij verwachtte en daarom besloot hij terug te keren naar de amateurs van Tegeltoko. Vastbesloten om te laten zien dat hij wel degelijk een plek tussen de grote jongens van het profpeloton waard was.
Het begin was stormachtig en indrukwekkend, met zeges in de ronde van Zuid-Holland, Gent-Ieper en Köln-Schuld-Frechen en wat later de Ronde van Limburg. Maar daarna ging een blessure hem plagen. Hij kreeg last van vocht in zijn linkerkuitspier. Rustig laten genezen was er echter niet bij want het EK wachtte. "En dat was een van mijn grote doelen dit jaar. Ik moest daardoor heel gedoseerd trainen maar wel steeds tegen de grens aan."
Pas na het EK kwam er een periode van rust en bezinning. "Alles overziend vond en vind ik dat ik in een aantal wedstrijden heb aangetoond een plek bij de profs te verdienen, al vielen de etappekoersen tegen. Maar er is nauwelijks plek op de markt. En aangezien ik komend jaar geen neo meer ben en dus geen EK’s en WK’s meer heb om me op te richten, vroeg ik me af wat het voor zin had om tussen de elite zonder contract te gaan fietsen." En dus vertelde hij Jan ten Tusscher voor de gein dat "ik komend jaar wel bij jou kom mountainbiken."
Ten Tusscher zag het helemaal niet als een geintje. "David kan klimmen, hij heeft de macht. Hij zal alleen technisch het nodige moeten leren. Hij krijgt daarvoor bij ons de tijd." Maar voordien wil Orvalho zich nog laten zien op de weg, misschien nog wel op het WK "als de bondscoach nog vertrouwen in me heeft." En een terugkeer naar die weg sluit hij niet uit. Maar dat zal niemand verwonderen.
De Twentsche Courant Tubantia