Michael Rasmussen en Cadel Evans waren al wereldtoppers in het mountainbike voordat ze toesloegen in ’swerelds grootste wielercircus. Dat ze nu ook de Tour de France domineren, verbaast Bart Brentjens, die zondag voor de tiende maal Nederlands kampioen op de mountainbike werd, niet. ,,De contracten voor die jongens waren destijds zo laag dat ze het maar als wielrenner gingen proberen.’’
Rasmussen was wereldkampioen mountainbike in 1999, Evans won tot twee keer toe de wereldbekercompetitie. Brentjens, Olympisch kampioen in 1996, probeerde het ook op de weg, maar kwam op asfalt nooit goed uit de verf. ,,Ik heb wel eens aan wat profkoersen meegedaan, zoals de Ronde van de Middellandse Zee, maar ik beschouwde het wegwielrennen toch altijd als voorbereiding op het mountainbikeseizoen.’’
Daar kwam bij dat het voor Brentjens ook geen noodzaak was om zich te oriënteren op de wielermarkt. ,,Ik ben goed gaan verdienen in de jaren na mijn Olympische titel. Maar er zijn meer mountainbikers om financiële redenen iets anders gaan doen. Bram Tankink is uit pure ellende ook de weg opgegaan. Hij moest toch wat.’’
Jan ten Tusscher is manager van het Cannondale Vredestein Mountainbike Team, een van de beste ploegen ter wereld. De 42-jarige Tukker denkt te weten waarom Rasmussen en Evans zo hoog in het Tour-klassement staan. ,,Die jongens zijn eraan gewend in het rood te rijden. Een race op de mountainbike duurt twee uur en dat is vanaf de start er vol in gaan. De maximale grens opzoeken, urenlang. Dat vormt je karakter wel. De winnaar is altijd de sterkste.’’
Bas van Doorn, oud-mountainbiker en tegenwoordig salesmanager bij het wielermerk Shimano, is er ook van overtuigd dat mountainbikers een prima basis leggen voor een glanzende carrière op de weg. ,,Hoewel het mij niet is gelukt. Maar goed, ik heb me er ook nooit echt aan overgegeven. In het mountainbike ben je op jezelf aangewezen. Bovendien zijn mountainbikers goede klimmers. Hoe steiler hoe beter, soms is het stijgingspercentage wel twintig procent, op een zware ondergrond. Die jongens kunnen dus wel wat. Je zag het zondag in het gevecht tussen Rasmussen en Evans. De laatste moest wel vier keer sterven voor hij echt dood was. Mountainbikers rijd je niet zomaar los.’’
Brentjens: ,,Het zou voor iedere renner goed zijn in het mountainbike te beginnen. Je leert sturen en dalen. Ik zit nu naar de tv te kijken en zie dat het peloton bezig is met een afdaling. Dat is een kunst op zichzelf. Je voelt je ongelooflijk vrij, als je zo kunt dalen. Mountainbikers vinden dat prachtig.’’
Van Doorn: ,,Mountainbike is meer een trainingssport dan wielrennen. Het is één wedstrijd per week. Wielrennen is bijna elke dag koers, waardoor de wedstrijd ook vaak een training is. In het mountainbike kies je zorgvuldig je piekmomenten uit. Rasmussen beschouwde de Ronde van Italië als training voor de Tour en piekte in de eerste Alpenetappe naar Tignes. Hij kan als geen ander pieken, dat is typisch voor een mountainbiker.’’
Ten Tusscher, een vooraanstaande manager in het mountainbike, weet dat zijn sport de laatste jaren veel talenten aan het wielrennen verliest. ,,Wij hebben nu het grootste talent ter wereld onder contract. Jacob Fugelsang, ook een Deen en een vriend van Rasmussen. Hij heeft al diverse aanbiedingen van wegploegen gekregen, maar heeft beloofd nog een jaar bij ons te blijven. Maar deze jongen, 22 jaar pas, is de volgende kampioen in de Tour de France. Dat durf ik gerust te zeggen. Het is een kwestie van tijd.’’
Brentjens kan zich niet heugen ooit een man-tegen-man-gevecht tegen Rasmussen te hebben geleverd. ,,Maar Evans kwam ik in 1994 al tegen tijdens een wereldbekerwedstrijd in Cairns, in Australië. Dat was mijn eerste zege, hij werd als vijftienjarige geloof ik vijfde. Er zit enorm veel karakter in die jongen. Ik vind de Tour de France daarom dit jaar ook zo leuk om naar te kijken. Er rijden toch twee jongens mee die iets voorstellen. Dat spreekt me meer aan dan een onbekende Spanjaard een berg te zien beklimmen.’’
Dat Rasmussen tijdens de Tour ook met de duistere kanten van het mountainbike wordt geconfronteerd – een amateur beschuldigde hem ervan dat hij synthetische hemagobline moest mee smokkelen in een schoenendoos van de Deen – vindt Ten Tusscher een kwalijke zaak. ,,Pas nu Rasmussen in het geel rijdt, zijn er mensen die over zijn rug publiciteit zoeken. Dat hadden ze destijds moeten doen. Ik geniet nu van de Tour en vooral van Rasmussen en Evans. Al die geruchten bederven mijn kijkplezier niet.’’
(C) Algemeen Dagblad