ZUNDERT – Bezwete lijven, goedgevulde tomatensoep en flinke potten bier. Gisteren rond het middaguur was het goed toeven in Café Stuivezand in Zundert na afloop van de twaalfde editie van de veldtoertocht van Wielertourclub Trappistentrappers.
De jaarlijkse veldtoertocht van de Wielertourcub Trappistentrappers in de omgeving van Zundert trok gisteren duizend deelnemers. FOTO TON SCHLUTER Van barre weersomstandigheden is geen sprake. Droog weer, een flauw zonnetje, nauwelijks wind en bijna zomerse temperaturen. De fietsers keren ontspannen terug van hun rit. Sommigen nemen niet eens de moeite hun mountainebike te laten schoon- spuiten en zetten hun stalen ros zo in het fietsenrek. Er zit hooguit wat zand tussen de ketting en de lagertjes.
Hongerig zijn de deelnemers wel na afloop van de tocht. Een kommetje tomatensoep gaat er altijd in. De dames staan druk te scheppen uit de forse pannen. In totaal gaat er vandaag een kleine driehonderd liter doorheen. Daarna volgt een trappistje voor de dorst. Met zestien graden is het prima terrasweer. Diverse clubjes verspreiden zich zowel binnen als buiten Stuivezand om wat na te praten over de tocht.
Weinig bossen
Anki van Praag (47) is sinds drie jaar actief op de fiets. Ze is afkomstig uit het Belgische Brasschaat en heeft samen met nog vijf vrouwen de route van 25 kilometer afgelegd. „De tocht is goed uitgepijld. Helaas zijn hier weinig bossen en rijd je minder op onverharde wegen. Op sommige stukken moet je de tegemoetkomende rijders passeren en dat vind ik gevaarlijk. Ook kun je tijdens de tocht niet meer van afstand wisselen, bij andere tochten kan dat wel.“
’s Morgens tussen acht uur en half elf kan worden ingeschreven voor de afstanden van 25, veertig of vijftig kilometer. De afstand van vijftig kilometer wordt dit jaar voor het eerst gereden. Vooral de goedgetrainde rijders maken hier graag gebruik van.
Jack Embregts (47) is zo’n enthousiaste wielrenner. Hij is om negen uur vertrokken en na goed twee uur rijden zet hij zijn bike weer in de stalling. Sinds vijftien jaar is hij lid van de Trappistentrappers, die dit jaar hun 25-jarig jubileum vieren. „Elke zondag rijden we met een man of zeventig van onze vereniging een tour. We hebben meerdere groepen die op tempo zijn ingedeeld. Meestal drinken we daarna nog wat en gaan weer naar huis.“ De vereniging telt bijna tweehonderd leden, van wie circa twintig jeugdlid zijn.
Duizend deelnemers hebben zich ingeschreven voor een van de eerste najaarstochten dit jaar, weet voorzitter Louis van den Broek.
„Vorig jaar hebben we het evenement verplaatst van december naar oktober, omdat we te veel concurrentie hadden van andere activiteiten. We gingen gelijk van vijfhonderd naar twaalfhonderd inschrijvingen. Nu zijn het er weer wat minder. Dat komt door het goede weer, dan blijven de renners langer op de weg fietsen. Zodra het kouder wordt, willen mensen ‘in het veld’ rijden.“ Zelf heeft hij de tocht de dag ervoor gereden om te kijken of alles in orde is. Nu is hij net teruggekeerd van een klein ongeval. „Deze rijder was gevallen en had last van zijn schouder. Voor de zekerheid hebben we een ambulance laten komen. Hij is nu met zijn maat even langs de eerste hulp.“
Eerder op de ochtend is er nog een fietser over de kop gegaan en ook hij is even naar het ziekenhuis gebracht. Volgens Van den Broek zijn het geen ernstige incidenten en kan hij tevreden zijn met het verloop van het evenement.
Hoewel de route goed is uitgepijld, rijdt de uit Dinteloord afkomstige Ruud Hartman (42) toch twee keer verkeerd. „Ik zag de pijlen gewoon niet, misschien dacht ik te veel aan mijn vrouw“, voegt hij er lachend aan toe. „Ik had graag de vijftig kilometer gereden, maar ik was hier pas om tien uur en dat is te laat. Nu heb ik de veertig kilometer gefietst, maar ook grotendeels alleen. Dat vind ik niet erg, want met z’n twaalven achter elkaar fietsen en niet kunnen inhalen, is ook niet alles.“
Na een lekker potje bier rijden de meeste mensen weer richting huis. Enkelen leggen de afstand met de fiets af. Velen zijn afkomstig uit de wijdere omgeving, zoals Rotterdam, West-Brabant en Vlaanderen. Zij zetten hun stalen ros in gehuurde busjes, geleende vrachtwagens of achter in de eigen personenauto.
(C) BN/DeStem