DORST - „Hier is het zeven jaar geleden allemaal begonnen“, zegt Jan Molenschot bij de Se- terse Bergen in Boswachterij Dorst. Jan en zijn broer Robert gaan nog even training doen. En dan hopen ze helemaal klaar te zijn voor de grootste uitdaging in hun mountainbike-carrière: de Transalp Challenge, die morgen begint.
De van origine Oosterhouters wonen nu in Breda (Jan) en Rotterdam (Robert). Maar ze komen nog altijd graag trainen in de bossen waar zeven jaar geleden hun voorliefde voor het mountainbiken begon. „Je kunt hier een mooi mountainbikerondje van zes é zeven kilometer fietsen“, zegt Robert (23). Hij was het die met het mountainbiken begon, nadat zowel hij als zijn broer in hun jeugdjaren diverse andere sporten hadden beoefend. Jan (27) ging een keer met zijn jongere broer mee en raakte ook verkocht.
Sindsdien fietsen ze veel en doen mee aan wedstrijden en toertochten in Nederland, België en Duitsland. Hoewel ze in de Ardennen en het Sauerland ook stevige klimmetjes gedaan hebben, staat er met met de Transalp Challenge nu een wedstrijd in het echte hooggebergte te wachten.
De Transalp Challenge is een tocht van acht dagen die begint in Zuid-Duitsland en via Oostenrijk en Zwitserland naar Italië voert. De finish is bij het Gardameer. De route gaat over bergpaden en meet in totaal circa 685 kilometer. „Gemiddeld moeten wel elke dag drieduizend meter klimmen. We zullen ook regelmatig van de fiets moeten en stukken moeten lopen. Ik denk dat we gemiddeld vijftien kilometer per uur halen“, zegt Jan, in het dagelijkse leven ingenieur bij een aannemer in Breda. De Challenge is een koppelkoers. Jan en Robert doen dus als een duo mee. „We moeten uiteraard samen finishen en mogen tijdens de wedstrijd niet meer dan twee minuten van elkaar liggen“, zegt Robert.
Er doen 585 koppels mee aan de race. Hun categorie (heren) telt tussen de 250 en 300 duo’s, onder wie ook enkele echte profs. Zo vormen de topveldrijders Gerben de Knegt en Richard Groenenaal ook een duo.
Jan en Robert hebben zich tot doel gesteld bij de eerste honderd te eindigen. Om dat doel te bereiken, trainen ze vier, vijf keer per week. Regelmatig gebeurt dat in de Ardennen, maar meestal toch in het vlakke Nederland. „In de polders rond Rotterdam tegen de wind in fietsen, is ook een pittige training,“ lacht Robert, die aan de Erasmus Universiteit bedrijfskunde studeert.
De broers fietsten niet alleen voor zichzelf. Ze willen ook bekendheid geven aan het KiKa-fonds (Kinderen Kankervrij) en daar geld voor bijeen zien te brengen door zich te laten sponsoren. Dat laatste kan via de website die ze speciaal voor de Transalp Challenge hebben gemaakt: http://www.trivoortransalpteam.nl. „Op de site willen we ook een dagboekje bijhouden tijdens de wedstrijd“, zegt Jan.
Overnachten doen ze in hotels, hun ouders gaan mee voor de begeleiding en de organisatie zet na elke wedstrijddag masseurs in. Toch zal het zwaar worden. „Maar als we het voltooid hebben, hebben we een herinnering voor het leven,“ aldus de broers.
(C) BN/DeStem