APELDOORN - ‘Het is even wennen’, beseft Pleunie Möhlmann, nu ze op de mountainbike rondfietst. ‘Het is allemaal weer heel serieus. Dat heb ik tweeënhalf jaar niet meegemaakt.’.
De 21-jarige Apeldoornse weet dat mountainbiken iets heel anders is dan ze voorheen deed. ‘Sommige mensen denken vast: ?Dat doet ze wel even“, maar zo simpel ligt het zeker niet. Als ik komend seizoen een keer bij de eerste tien rijd ben ik al blij. Het is prettig om te weten dat ik geen druk hoef te voelen, ik krijg de ruimte.’
Möhlmann heeft nooit spijt gehad van het stoppen met wielrennen. ‘Die tweeënhalf jaar zijn heel goed voor me geweest. Ik ben er alleen maar sterker door geworden. Ik had het helemaal gehad, wilde niet meer met de vrouwen op pad. Ik heb in korte tijd mijn echte vrienden leren kennen. Dat zijn er maar een paar. Het heeft me veranderd, ik ben meer gesloten dan vroeger. Mountainbiken is toch individueler, ik heb er echt zin in. Ze noemen zich bij dit team amateurs, maar het zit heel professioneel in elkaar.’
Thijs Laan hoopt veel op te trekken met Onno Houwer. Houwer hoopt op een beter seizoen dan het afgelopen jaar. ‘Daarin heb ik flink wat pech gehad. Mijn voorbereiding zal er niet anders dan anders uitzien. Ook dit jaar moet ik het combineren met mijn studie fysiotherapie. Prestatie staat voorop, anders is voor mij snel de lol er af.’ Laan maakt de stap van de amateurs naar de eliterijders. ‘Het is lastig om een doelstelling te formuleren. Ik wil in iedere geval niet achteraan fietsen.’
Copyright © 2005 De Stentor - alle rechten voorbehouden