De verkoop van nieuwe fietsen is vorig jaar met 2,5 procent gestegen tot 1,25 miljoen exemplaren. Uit de nieuwe cijfers van RAI en BOVAG blijkt dat de consument veel waarde hecht aan kwaliteit. Gemiddeld werd vorig jaar 638 euro besteed aan de aankoop van een nieuwe fiets bij de vakhandel, een toename van 7,5 procent. Het aandeel van dit professionele handelskanaal blijft met 84 procent onverminderd populair.
Ons land kent met 18 miljoen fietsen de hoogste fietsdichtheid in Europa. De Nederlander fietst, altijd en overal. Het toegenomen comfort en het gebruiksgemak hebben daar in belangrijke mate toe bijgedragen. Opvallend, althans in vergelijking met de meeste omringende landen, is dat Nederlanders niet op de aanschaf van een nieuwe fiets bezuinigen. Een fiets mag wat kosten. Dat komt duidelijk tot uitdrukking in de aankoopontwikkelingen naar prijsklasse. Bijna vier op de tien Nederlanders (38%) betaalde vorig jaar meer dan 700 euro voor een nieuwe fiets. Ter vergelijking: in 2003 was 32 procent van de kopers bereid voor een nieuw exemplaar meer dan 700 euro uit te geven. Tegelijkertijd daalde het aandeel van goedkopere fietsen in de verkoop van nog 52 procent in 2003 tot 47 procent vorig jaar. Goed voor de branche en goed voor de veiligheid, want dit betekent dat er nu nog meer kwalitatief hoogwaardige fietsen op de weg komen.
De cijfers zijn afkomstig van het jaarlijks te houden consumentenonderzoek dat in opdracht van de RAI Vereniging en BOVAG wordt uitgevoerd door GfK Panel Services Benelux.
Fietsen in de statistiek 2004 (PDF)
Evenals afgelopen jaar gaat de meeste belangstelling van consumenten uit naar de traditionele toer- of stadsfiets (52%). Andere belangrijke segmenten zijn de hybride fiets (17%), de kinder- of jeugdfiets (18%) en de mountainbike/ATB (6%).