In juli werd Erwin Bakker betrapt op epo-gebruik na een ’out of competition controle’ in Canada. Een schorsing van twee jaar hangt de mountainbiker uit Liessel nu boven het hoofd. Opgeven kan hij het fietsen echter niet. Bakker is intussen weer volop in training om de komende tijd als marathonrijder zijn carrière te kunnen voortzetten. Een gesprek over zijn ’fout’, zoals hij zijn dopinggebruik noemt, en zijn nieuwe toekomst als mountainbiker.
„Ik heb een tijdje zitten nadenken van ’wat doe ik er nou mee?’. Ik fiets gewoon supergraag“, vertelt Erwin Bakker ontspannen in de tuin van zijn ouderlijk huis. „Ik kan het sowieso niet laten om een paar keer per week rond te crossen met een groepje. De meeste mensen zeggen ’je moet gewoon doortrainen’. Als je inzet toont, zien de meeste mensen wel in dat je een fout hebt gemaakt.“
Achteraf praten is gemakkelijk, maar Bakker geeft toe dat hij zou willen dat hij nooit de beslissing had genomen epo te gebruiken. Op het moment dat hij ertoe besloot, stond hij echter niet echt stil bij de gevolgen.
Bakker: „Het ging dit seizoen gewoon super goed. Als je een keer op dat podium hebt gestaan, dan ben je ineens een echte topper. Qua salaris, qua aanzien. Kijk, als je telkens vierde wordt, kennen ze je alleen in het wereldje. De leek zal er nooit over horen. En als je dan in één keer op het podium rijdt in een wereldbeker, dan ben je er eigenlijk. Ik raakte er ook een beetje bij betrokken. Dat gebeurt gewoon in een wielercarrière. Dan krijg je dat spul een paar keer onder ogen. Zeggen ze van ’hé jongen, dat doen ze allemaal joh, er gebeurt toch niks. Dat doe je gewoon één keer’. Op een gegeven moment leek het heel makkelijk. Ik dacht ’ik probeer het gewoon een keer’. Ik reed daarna ook op het podium (een derde plaats tijdens de wereldbekerwedstrijd in het Amerikaanse Angel Fire Resort). Daar heb ik niet lang over kunnen juichen. Eén week, toen was het gedaan. Toen werd bekend dat ik positief getest had in Canada. Het geeft wel bepaalde wroeging hoor. Je bent niet echt blij omdat dat in je achterhoofd zit. De controleurs waren op dat moment al geweest, er was best een grote kans om gepakt te worden. Maar het zit meer in je hoofd ’dit is niet eerlijk’. Ik heb de anderen een beetje voor de gek gehouden, dus je durft eigenlijk niet voluit te juichen.“
Zijn epo-gebruik was wat de voormalig coureur van de Heijdens Ten Tusscher-ploeg betreft eenmalig, ook als hij niet gepakt zou zijn. „Ik had echt de intentie ’ik wil nu de coureur zijn die ik altijd al heb willen zijn’. Daarvoor was een goed contract nodig. Dan krijg je veel meer budget, gelegenheden en dan bouw je jezelf wel naar de top toe.“
Eenvoudig
Dat hij even naar Duitsland zou zijn gereden om daar in een apotheek epo op te halen, verwijst hij resoluut naar het rijk der fabelen. „Zo een apotheek binnenlopen, dat gaat gewoon niet. Die moeten dat ook verantwoorden. Dat het zo gemakkelijk gaat is lulkoek. Ik ben er nooit echt naar op zoek geweest. Het wordt je steeds onder de neus gehouden. Ze benaderen je. Je stelt daar verder helemaal geen vragen bij of over. Daar wordt eigenlijk nooit over gesproken. Dat is het grootste gevaar: hoe eenvoudiger het is, hoe gemakkelijker het gedaan is.“
Heeft Bakker niet naïef gehandeld? „Ja, misschien wel. Het is ook het vertrouwen in bepaalde personen dat je hebt. Maar ja, ik heb me er nu helemaal overheen gezet. Voor de rest ga ik me er helemaal niet meer mee bemoeien. Het is gebeurd. Ik heb gewoon fouten gemaakt. Ik veeg de tafel schoon en begin gewoon opnieuw. Dat is mijn visie nu. Ik ga even doen waar ik zin in heb en in het voorjaar probeer ik weer serieus in gang te schieten.“
Eerst moet hij nog wachten op de uitspraak van de hoorzitting, waar de mountainbiker zijn zaak heeft kunnen toelichten. Wanneer de uitspraak is, weet Bakker niet, maar hij verwacht op korte termijn. „Ik had daar wel kunnen zeggen dat het voor m’n hond of voor mijn oma was, maar ik wilde geen flauwekul verkopen. Ik heb toch al verloren.“ De naam van degene die hem de epo verkocht noemt hij overigens bewust niet. „Ik denk dat je de bal dan twee keer zo hard terugkrijgt. Ik ben er zelf niet mee gered. Mijn straf blijft dezelfde, ik krijg daar geen verlichting mee en ik kan er nooit voordeel uit halen door even de beerput open te trekken. Als ik er zelf beter van zou zijn geworden, had ik het allang gedaan, had ik hem aangewezen. Maar ík heb de keus gemaakt om dat te gebruiken en niet hij. Ik wil die bal niet indirect weer terug krijgen, maar weer op de fiets stappen.“
Niet opvallen
Intussen reed hij al een marathon in België, een zogenaamde chronorit. „Marathons zijn vaak ritten van acht uur. Dat is een uitdaging op zich en daar zie ik wel iets in. In België heb ik vanaf het begin volle patat gereden. Maar het laatste stuk heb ik het expres laten lopen zodat het niet opvalt dat ik daar gefietst heb.“
Ook al mag Bakker niet meer aan de start verschijnen van wereldbekerwedstrijden, marathonwedstrijden kan hij blijkbaar nog altijd zonder problemen rijden. „Bijna alle marathonbonden zijn onafhankelijk. Die zijn niet aangesloten bij de UCI“, legt hij uit. „Waarom? Dan kunnen ze veel meer starters aantrekken die geen licentie hebben. Een commerciële reden.“
Het is opmerkelijk dat het hoofd van de 25-jarige Liesselnaar weer naar fietsen staat. Amper een maand geleden werd zijn dopinggebruik bekendgemaakt. „Twee weken heb ik helemaal niks gedaan. Daarna heb ik met iemand wat gesprekken gehad. Dat heeft wel geholpen. Hoe langer je gaat zitten kniezen, hoe verder je van huis raakt. En dat mensen me nu alweer op de fiets zien zitten, daar hebben ze toch respect voor. Daar haal ik wel iets uit.“
Als hij zijn schorsing heeft uitgezeten zou hij zich wellicht kunnen kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking. „Dat heb ik zitten uitrekenen. Het is theoretisch nog mogelijk. Het zou ook weer een doel kunnen zijn. Zo van ’mensen, ik zal wel eens laten zien wie Erwin Bakker is’. Het wordt dan wel kort dag en je moet die schakeling terug maken. Toch is het misschien al een reden om gewoon je basis te houden in de vorm van die marathons.“
Bang voor vervelende reacties uit zijn omgeving is hij niet. „Er is nou al bijna niemand meer die er over praat. Een paar weken al. Zo af en toe wordt er nog wel een flauw geintje over gemaakt. Maar veel vragen me ’je gaat toch niet stoppen?’. Driekwart van de mensen wil dat ik me er niet bij neerleg. Ik heb talent. Dat kan ik nu weggooien of een stap terug maken en mijn basis behouden.“