Door Ralph Blijlevens
WILLINGEN - Wie mountainbike zegt, zegt Bart Brentjens. Dat is al jaren zo.
Met zijn 36 jaar en twee Olympische medailles is hij nog steeds een absolute (inter-)nationale topper. Het gat achter hem is groot. Wie volgt in Nederland de mountainbiker met het staartje nou eens op? Erwin Bakker van het Twentse team Heijdens-Ten Tusscher is de aangewezen persoon.
Het beeld tijdens de wereldbekerwedstrijd in het Duitse Willingen heeft wellicht een symbolische waarde. Twee rondes voor het eind ligt Bart Brentjens op een zeventiende plaats, drie plekken achter hem fietst Erwin Bakker. Bij het horen van de bel zijn de rollen omgedraaid: Bakker, het 25-jarige talent van het mountainbiketeam Heijdens-Ten Tusscher begint als elfde renner (!) aan de laatste omloop van 5,1 kilometer. En de winnaar van het eerste Olympische mountainbikegoud? Die passeert de streep voor de een na laatste keer als negentiende.
Is dit het definitieve begin van de machtsovername van de sinds 1996 suprematie van Brentjens? Erwin Bakker lacht. 'De eerste keer dat ik Bart passeerde had ik zoiets van 'wauw, wat gebeurt hier?' Nu heeft 'Bakkertje', zoals zijn bijnaam op z'n frame staat vermeld, dat niet meer. 'Bart richt zich nu op de marathons (wedstrijden van 100 tot 120 kilometer, red.) en piekt dus op heel andere momenten', zwakt hij zijn prestatie ietwat af. Maar toch, Bakker is een van de Nederlandse mountainbikers die steeds vaker en dichter in de nek van Brentjens zit te hijgen. 'Bart vindt dat zelfs fijn. Tot nu toe is de meeste aandacht vrijwel altijd op hem gericht, de druk ligt altijd op zijn schouders. Hij juicht het juist toe dat iemand zijn plaats in het mountainbiken overneemt.' Of de rijder in Twentse dienst daarvoor de aangewezen persoon is, weet Bakker zelf nog niet. 'Ik vind mezelf nog een semi-topper, zit nog niet een seizoen constant bij de eerste vijftien op een wereldbeker. Neem Madrid, waar ik zelfs 27e werd.' Tegenover die klassering staat een zeer fraaie negende plaats vorige week in het Belgische Houffalize - waarmee Bakker zijn seizoensdoelstelling had gehaald - en dertiende in Spa-Francochamps en deze zaterdag dus elfde.
Bakker zelf, afkomstig uit het Brabantse Liessel en bezig aan zijn vijfde jaar in de ploeg van de Enschedese teammanager Jan ten Tusscher, heeft er geen enkel probleem mee wanneer hij wordt bestempeld als de opvolger van Brentjens. 'Want dat is ook zo.' De twee trainen regelmatig met elkaar en praten ook over de carrière van Bakker. 'Volgens hem heb ik veel potentie om een topper te worden. Op dit moment ben ik dat nog zeker niet. Ik ben nu driemaal bij de eerste tien geëindigd in een wereldbekerwedstrijd, waarmee ik heb laten zien geen eendagsvlieg te zijn. Maar ik moet me nog op een aantal zwakke punten verbeteren. De start van een race bijvoorbeeld, maar ook in snelle, vlakke parkoersen.'
Met zijn 55 kilogram is de tengere Bakker in zijn voordeel in klimwedstrijden, maar in lichtere wedstrijden is het voor hem vooral vaak aanklampen. 'In snelle rondjes ben ik op papier minder.' Verbetert Bakker zich op die punten, kan hij zich definitief melden als de opvolger van Brentjens. 'Ik bekijk het allemaal heel nuchter, laat me de pis niet lauw maken. Ook Jan gelooft erin dat ik de rol van Brentjens ga overnemen, maar ik wil wel reëel blijven. Dit jaar rijd ik goed, maar volgend jaar moet ik de aansluiting bereiken. Als het me dan niet lukt, dan weet ik niet of het me óóit gaat lukken.'
Copyright © 2005 De Twentsche Courant Tubantia - alle rechten voorbehouden
