Hij doet denken aan een tovenaar die twintig ballen tegelijk in de lucht houdt. Niet Hans Kazan, maar Jan ten Tusscher uit Enschede. De manager van de Heijdens/Ten Tusscher mountainbikeploeg is zo gedreven dat hij misschien wel de beste ploeg van de wereld wil hebben. ‘Dat is natuurlijk een doelstelling, maar het moet ook reëel blijven.’
In zijn fietswinkel aan de Oldenzaalsestraat in Enschede, wordt Jan ten Tusscher (39) omringd door twintig medewerkers. Zó groot is zijn zaak al, die hij op zijn 26e overnam van zijn vader. Onder de werknemers is ook een aantal mecaniciens van de Heijdens/Ten Tusscher wielerploeg. Een van hen is Harry Rozendal. ‘Hij is erg belangrijk voor het technische gedeelte.’
Ten Tusscher legt uit dat Rozendal ooit profwielrenner was en toen zijn carrière wegens een zwaar ongeluk moest beëindigen. Nu doet hij voor het mountainbiketeam ’s ochtends en ’s avonds zo’n beetje alles. En dat waardeert Ten Tusscher. Het zegt veel over de fietshandelaar die oog heeft voor zijn omgeving. Voor zijn mensen en voor het team. Daarom ook vindt hij het ‘gewone’ verkoopwerk in de winkel het leukst. Vanwege het sociale contact.
Helaas voor de bevlogen manager komt hij daar steeds minder aan toe. De wielerploeg met momenteel elf renners kost veel tijd en dat heeft alles te maken met zijn tomeloze inzet. De Enschedeër wil weer terug naar de top. Hij wil weer de successen beleven zoals in de jaren negentig toen hij vooral met Bart Brentjens alles won wat er te winnen viel. Oorspronkelijk besloot hij na die periode samen met zijn vrouw Sylvia om meer tijd aan hun sociale leven en de kinderen te gaan besteden. Het ploegleiderschap nam bijna alle weekenden in beslag. Een paar jaar later is de Enschedeër echter weer even gedreven als voorheen. ‘Het ging toch weer kriebelen’, vertelt hij met een brede lach. ‘Je komt wat mensen tegen en langzaam rol je er weer in. Het pakt je. Als je de mogelijkheden hebt zoals ik om zo’n ploeg op te zetten, dan moet je dat doen. Het is geen verslaving, maar wel een uit de hand gelopen hobby.’
Drie jaar geleden kwam Ten Tusscher, als bestuurslid van de nieuwe Stichting Mountainbike Promotie Twente, terecht bij zijn nieuwe sponsor, ‘meneer Heijdens’, van Heijdens Textiel. Die bood tot verrassing van Ten Tusscher aan zijn ploeg twee jaar te sponsoren en doet dat nog steeds. Naar tevredenheid van de Enschedeër. ‘Toen moest ik verantwoording afleggen aan de sponsor en had ik echt een teambaas. Nu kan ik het allemaal zelf meer vormgeven. Heijdens is wel betrokken, maar bemoeit zich niet met het team. Gevoelsmatig is het nu meer mijn ploeg.’
Een ploeg, waar Ten Tusscher alles voor doet. De manager onderhoudt alle contacten in de wielerwereld, waarvan hij er veel heeft. Hij doet de geldzaken, spreekt sponsors en is veelvuldig op zoek naar nieuwe geldschieters. Ook gaat hij over de renners en probeert hij talenten te spotten. Neemt hij niet teveel hooi op zijn vork? ‘Nou, als ik teveel doe, remt mijn vrouw mij wel op tijd af’, zegt hij. ‘Soms is het wel spannend. Als je wacht op de beslissing van een renner bij ons te komen of voor een wedstrijd. Dan denk je daar ’s avonds in bed nog weleens aan. Het gaat de laatste tijd best hard allemaal.’ Ten Tusscher heeft ook nog zijn eigen winkel. ‘De zaak staat op één’, zegt hij. ‘Dat blijft onze basis. Daarna komt de ploeg. En ons gezin natuurlijk’, roept hij overtuigend.
Ten Tusscher is de spin in het web in zijn wielerploeg. Zijn liefde voor het mountainbiken is onbegrensd en hij voelt het als een missie de sport en zijn ploeg stapje voor stapje beter te maken. Het team heeft met Erwin Bakker, Maarten Tjallingii, Laurence Leboucher, Daphny van den Brand en de nieuwste aanwinst Elsbeth Vink toppers in handen. ‘Op de korte termijn vind ik het belangrijk dat de renners allemaal iets vooruit gaan. We zijn ook een ploeg voor de doorstroming van regionale talenten zoals Marcel Groothuismink uit Oldenzaal. Als we bij de vrouwen en de mannen een plaats op het podium bij de wereldbeker halen, zou dat heel mooi zijn. Op lange termijn willen we een planning maken richting Peking (de Olympische Spelen van 2008, red.). Een aantal jongens zoals ‘Bakkertje’ zijn dan op hun top.’ De teammanager benadrukt dat de wielerploeg het niet moet hebben van de enorme budgetten, maar van een goed team met een degelijke basis en goed materiaal. De afgelopen maanden merkte hij dat Heijdens/Ten Tusscher steeds positiever bekend staat. ‘Er wordt meer over ons geschreven en we hebben nog nooit zoveel sollicitaties van renners gehad.’ Hij hoopt nog op een tweede grote sponsor. Er zijn al een aantal co-sponsors zoals Vredestein en Canondale, maar om ooit ‘de beste ploeg van de wereld te worden’, is meer nodig, beseft Ten Tusscher. ‘Maar, we beginnen alweer aardig mee te doen.’
Artikel uit De Twentsche Courant Tubantia van 19-11-2004