Rillingen lopen weer over zijn rug als hij terugdenkt aan de krampen, de hitte, de kou, het afzien. ‘Het werd zelfs een keer helemaal zwart voor mijn ogen‘, vertelt Ten Hove. ‘Duizelig, zweten, een spontane bloedneus. Toen dacht ik wel even: ‘‘Ho, dit gaat te ver‘‘. Zat ik tegen warmtestuwing aan. Het was ook 36 graden. En dan maximaal inspannen. Daar kun je niet tegenaan drinken.‘
Na een pauze kon Ten Hove de race voortzetten en voor hem, zijn fietsmaatje René van der Vlag en verzorger Jan Roemthe (het Hobo hifi-team) is de TransAlp Challenge 2003 een overgetelijk ervaring geworden.
Na zes maanden van voorbereidingen. De achtdaagse tocht van Mittenwald (Zuid-Duitsland) naar Riva del Garda (Italië) dwars door de Alpen was voor oud-marinier Ten Hove de ultieme slijtageslag. ‘Twee, drie uur lang tegen een bult opfietsen met een steigingspercentage van 15 tot 25 procent. Je fietst soms drie, vier kilometer per uur, urenlang. Af en toe zelfs een stuk lopen met je fiets op je nek. Of afdalen op een helling van 29 procent. Kun je echt niet op het zadel blijven zitten.‘
Het team Ten Hove-Van der Vlag hield de schade beperkt tot een enkele valpartij. ‘We hebben veel ellende gezien bij anderen. Ploegen die de regels aan hun laars lapten en vervolgens in de problemen raakten. Te weinig drinken, te weinig eten. Ik heb heel wat mensen zielig zien worden. Wij hadden steeds alles bij ons. Regenkleding, hoogtemeter, routekaart, noem maar op. Ik nam zelfs continu mijn compas mee. Voor het geval we de weg kwijt zouden raken in de mist.‘
Urenlang bracht Ten Hove door op zijn zadel. Er waren twee dagen van vier uur bij, de andere zes dagen zat hij meer dan zes uur op zijn mountainbike. In de hitte en de kou, in de felle zon en in de regen. Alleen maar klimmen en dalen. ‘We hebben eigenlijk in acht dagen drie maal de Mount Everest beklommen‘, vergelijkt de 33-jarige Apeldoorner. ‘Of vijf maal de Mont Blanc. Het was zwaar, maar ik heb nooit gedacht aan afstappen.‘
De steun van zijn vrouw Jeanette was daarbij onontbeerlijk. ‘Ze is vrij nuchter. ‘‘Jíj wil toch fietsen‘‘, steunde ze me als ik in een dipje zat. En dat is ook zo. Ik ben heel blij dat ze me dit project heeft gegund. Ik heb enorm veel tijd en energie in de voorbereiding gestoken. Jeanette heeft de zorg voor onze drie kinderen een hele periode naar zich toegehaald. Daar ben ik haar heel dankbaar voor.‘
Ten Hove dacht niet aan stoppen, maar des te meer aan eten en drinken. Na de dagelijkse zware bergetappen was het schransen geblazen. ‘Een vast ritueel bij aankomst. Even zitten. eten, drinken, fiets checken en schoonmaken, douchen. En dan naar de pasta-party van de organisatie. Eten, eten, eten, proberen de reserves weer aan te vullen. Dat lukte niet altijd. In het begin kreeg ik enorme kramp in mijn bovenbeen. Niet van vermoeidheid, maar door vocht- of zoutgebrek. Vervolgens aten we iedere dag veel zoute soep,‘
Na acht dagen bikkelen en afzien kwam het Hobo hifi-team ongeschonden aan de eindstreep. Als 184e, ver achter winnaar Bart Brentjes en zijn Duitse ploegmaat. ‘Ik heb niet het talent om in de top te eindigen‘, is Ten Hove eerlijk. ‘Maar daar was het niet om te doen. Alleen de eerste twintig teams rijden voor de winst. Bij de rest gaat het om de prestatie.‘
De genoegdoening aan de finish was er niet minder om. Han ten Hove geniet nog steeds als hij terugdenkt aan die laatste meters van afgelopen zaterdag. ‘Klappende mensen langs de straat. Nee, mijn vrouw was daar niet bij. ‘‘Het is jouw feestje‘‘ zei ze. Het is fantastisch als je zo‘n inspanning bekroond ziet, gewoon omdat het volbracht is.‘
Zijn haren gaan overeind. ‘Nee, ik kan niet uitleggen hoe dat voelt‘, vervolgt Ten Hove met kippenvel op zijn armen. ‘Het gevoel van euforie. Dat zal iedereen die voor het eerste de Nijmeegse Vierdaagse heeft volbracht herkennen.‘
Copyright © 2003 Apeldoornse Courant - alle rechten voorbehouden