Een pareltje is het die fietsroute tussen Gorssel, Almen, Lochem, Barchem, Ruurlo en Vorden. Een aanwinst voor de ATB-liefhebbers in Oost-Nederland, die toch al niet zo rijkelijk bedeeld waren.
Twee vaste parkoersen waren er tot nu toe: een bij Winterswijk, een in Montferland. Met De Graafschap-route erbij begint Oost-Nederland toch een beetje een fietsland te worden en kan dit gebied het gemakkelijk opnemen tegen gevestigde fietsprovincies als Brabant en Limburg.
Er zijn ATB’ers en ATB’ers. De een wil raggen door het bos, de ander wil ontspannen fietsen en genieten van het landschap. Beide categorieën komen aan hun trekken op De Graafschap-route: je kunt er redelijk rustig toeren over vlakke, soms verharde wegen, maar je kunt je ook helemaal stuk rijden op de geniepige bulten rond Lochem.
--------------------------------------------------------------------------------
Lus 1 (rondom de Gorsselse heide) heeft uitspanning De Zessprong als het centrale punt. Vandaaruit kun je het best de eerste etappe fietsen rond de Gorsselse heide, een tocht van ongeveer 25 km zonder al te veel grote obstakels, zelfs een deel van de route is asfalt.
Lus 2 (18 km), die erop aansluit, is al iets moeilijker en voert deels langs het Twentekanaal en vervolgens door ’t Waliën. Een prachtig natuurgebied, wat ook geldt voor
--------------------------------------------------------------------------------
lus 3 (20 km) die het Grote Veld tussen Vorden en Lochem als centrale punt heeft. Fanatieke wegfietsers kennen dit gebied uiteraard al lang, onder meer door de Kastelenroute.
--------------------------------------------------------------------------------
De climax komt in lus 4 (27 km), de moeilijkste van het traject. Hier moet de fietser vol aan de bak. Hotel Bon’Aparte in Lochem of In de Groene Jager in Barchem zijn mooie vertrekpunten voor de 27 loodzware kilometers, die zich vooral op de Lochemse Berg en de Kalenberg bevinden. Klimmen, dalen, klimmen, dalen op een werkelijk schitterend parkoers. De uitzetters van de route hebben hier een hoogstandje bereikt met allerlei verrassende weggetjes en originele klimmetjes. En wat het genoegen compleet maakt: de bewegwijzering is perfect. Wie de weg toch kwijt raakt, is stekeblind of stomdronken.
Je kunt de routes op allerlei manieren doen. In een keer, in vier keer, maar beter is twee lussen aan elkaar te verbinden. Net genoeg om flink moe te worden. En daarna weg te zakken met een vorstelijke pot bier bij De Hoofdige Boer in Almen...
Andere ATB-routes in Oost-Nederland: Montferland: 25 km op vrijwel geheel afgesloten parkoers. Sommige stukken zeer zwaar door lange beklimmingen. Verkorte routes van 12 en 14 km. Opstapmogelijkheden: parkeerplaats ’t Peeske, Oude Eltenseweg in Beek, parkeerplaats tussen Zeddam en Kilder bij Hettenheuvel, twee parkeerplaatsen aan de N335 Zeddam-Beek. Informatie bij Ledenservice Natuurmonumenten (035-6559911) of bij de plaatselijke VVV’s.
Rondom Winterswijk: 45 km, een vlakke en vrij snelle route. Het decor is zeer afwisselend en voert door buurtschappen rond Winterswijk. Startplaatsen: recreatieplas ’t Hilgelo in Meddo, Italiaanse Meren in Kotten, Berenschot’s watermolen in Woold, ’t Rommelgebergte of Nieuw Beusink bij Winterswijk. Informatie bij de plaatselijke VVV’s. Negentig kilometer lang is de tocht, verdeeld in vier etappes.
Informatie: Achterhoeks Bureau voor Toerisme, Stationsplein 39, Postbus 4106, 7620 BC Zutphen, tel: 0900-2692888. Of bij de plaatselijke VVV’s in De Achterhoek.
Door Rinus Velthorst
