Wanneer ben je begonnen met mountainbiken?
‘Ik ben begonnen met de sport fietscross. Ik was er redelijk goed in en deed mee aan Nederlandse kampioenschappen.
Maar ik haalde nooit het podium. Op mijn twaalfde ging ik ’s winters met mijn vader mee mountainbiken, om ook buiten het fietscrossseizoen lekker bezig te blijven. Dat vond ik erg leuk en ik kreeg steeds vaker te horen dat ik toch écht iets met mountainbiken moest doen. Toen ik op mijn vijftiende voor het eerst meedeed aan een mountainbikewedstrijd, eindigde ik meteen op de vierde plaats. Dat was voor mij het punt om te zeggen: ik stop met fietscrossen en ga door met mountainbiken.’
Wat veranderde er?
‘Mountainbiken is een zware sport, zeker als je jong bent. Maar ik merkte direct dat duursport echt iets voor mij is. Op mijn zeventiende werd ik gevraagd voor de nationale selectie. Superleuk, want ik was helemaal niet gewend om voorin mee te doen. Op die leeftijd fietste ik ook mijn eerste wereldkampioenschap.’
Wanneer merkte je dat je echt je brood met mountainbiken kon verdienen?
‘Toen ik in 2005 Europees kampioen bij de beloften werd. En nog wat later plaatste ik me tot mijn eigen verbazing voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking. Dat was te gek en er kwamen in één klap veel media en sponsoren op me af. Ik weet nog goed dat het NOS sportjournaal voor het eerst uitgebreid aandacht aan me besteedde. We zaten met het hele gezin te kijken.’
Hoe waren je allereerste Spelen?
‘Heel bijzonder. Ik keek mijn ogen uit in het olympisch dorp en vond het te gek om bekende sporters als Pieter van den Hoogenband in het echt te zien rondlopen. De wedstrijd ging minder goed, maar omdat ik weinig verwachtingen had viel de teleurstelling mee. Terug in Nederland stapte ik van de nationale ploeg over naar een internationale ploeg, waarin ik nog steeds zit.’
Heb je het olympisch parcours al verkend?
‘Ja, en het parcours ligt me wel. Het bestaat uit vrij heuvelige weilanden. Ook ligt er veel zand, grind en hoopjes neergekieperde stenen waar je vanaf moet. Dat is technisch een behoorlijke uitdaging. Maar anders was het te gemakkelijk geweest. Ik hoop deze zomer bij de eerste acht te eindigen.’
