Sporen van clenbuterol zijn gevonden in een urine testmonster afgenomen van de Nederlandse atleet Rudi van Houts die deel uitmaakte van het «Multivan Merida Biking Team» in de jaren 2009 en 2010. De controle had plaats eind oktober in Nederland, dus nadat het race seizoen beëindigd was. Intussen is de oorspronkelijke bevinding bevestigd toen het B-monster ook positief getest was.
De strikte en vrijwillig zelf-opgelegde verplichting aan een «zero-tolerance-strategy» met betrekking tot doping zaken consequent volgend, heeft het «Multivan Merida Biking Team» alle contracten met Rudi van Houts dientengevolge opgezegd direct nadat men op de hoogte was gesteld over het positieve resultaat van het A-monster, daarmede reagerend op het eerste officiële vermoeden met betrekking tot een overtreding van de regels.
Door dit te doen heeft het team management consequent dat nagevolgd wat beschouwd kan worden als een vergevorderde vorm van naleving van de WADA-Code. Dit dient niet alleen om de sport als zodanig te beschermen maar ook de communicatieve doeleinden van alle sponsors van het team dat een leidende rol in de mountainbike sport inneemt.
Van Houts zelf veronderstelt dat deze substantie, verboden door de WADA-Prohibited-List 2010 in principe in zijn lichaam terecht is gekomen als gevolg van opname van besmet vlees gedurende een verblijf in Mexico. De internationale bindende anti-doping regels vermelden duidelijk een strikte eigen verantwoordelijkheid, dus de atleet dient zijn onschuld te bewijzen. Als een atleet dat niet kan, wacht hem een schorsing van twee jaar.
Op dit moment en totdat een bindende beslissing van het Doping Panel wordt uitgebracht, voorzien de regels erin dat de coureur door zijn nationale bond tijdelijk van racen uitgesloten dient te worden.