Samen met de onvermijdelijke Zwitser Christophe Sauser - duidelijk baas boven baas de afgelopen weken - had Paulissen de wedstrijd gedomineerd. De rest van het veld lag minuten achterop toen beiden de spurt aangingen. “Maar toen ik op Sausers hoogte kwam”, verklaart Paulissen, “zwenkte hij nadrukkelijk over de baan zodat we beiden tegen de grond kletsten. Best jammer, want ik spurt veel sneller en had hem anders ook wel geklopt. Dat wist hij ook. Wel tien keer probeerde hij me te lossen, maar ik ging dan naast hem rijden om zijn moraal te breken.”
SleetSauser sukkelde als eerste over de streep, met Paulissen die - gehavende fiets aan de hand - op de wijze van Claude Criquielion binnenwandelde. De jury oordeelde evenwel dat Sausers manoeuvre ongeoorloofd was en riep Paulissen tot winnaar uit. “Grappig is dat ik me een hele week een gelijkaardig scenario had ingebeeld. Met Christophe voorop, samen sprinten en ik winnen. Dat kwam ook zo uit. (Lachje) Op die valpartij na dan. Dit blijft hoe dan ook mijn mooiste zege ooit. (Mijmert) Wereldkampioen. En dat na een race waarin vrijwel alle toppers aanwezig waren. Op mijn 19de nam ik deel aan de Spelen van Atlanta ’96. Sindsdien leef ik voluit voor deze sport. Mijn lichaam vertoont al wat sleet. Maar als je zo’n trui kan pakken, voel je dat even niet meer.”
Geblutst, bebloed, bebuild, maar met kamerbrede glimlach: zo stond Roel Paulissen zaterdagmiddag op de hoogste podiumtrap. Op zijn 32ste grijpt de Limburger zijn mooiste triomf ooit: de wereldtitel in de marathonversie van het mountainbike.