GROESBEEK - Maarten Tjallingii droomde lange tijd van deelname aan de Olympische Spelen. Omdat kwalificatie mislukte moest hij zijn verwachtingen bijstellen. De Arnhemse mountainbiker was gisteren tevreden met een derde plaats in Groesbeek.
Alles had mountainbiker Maarten Tjallingii aan de kant gezet voor zijn ultieme droom: deelname aan de Olympische Spelen. Maar in de kwalificatiewedstrijden was de Arnhemmer kansloos. Zijn derde plaats tijdens de Europacupfinale in Groesbeek is voor Tjallingii behalve een troostprijs vooral de strohalm voor zijn sportieve toekomst.
'De één breekt door tegenslag, de ander breekt daardoor records', is een oude sportwijsheid die op Maarten Tjallingii van toepassing lijkt. Drie weken geleden stortte zijn wereld in toen bleek dat Athene onhaalbaar was.
De mountainbiker was een jaar geleden gestopt met werken om zich volledig te wijden aan kwalificatie voor de Olympische Spelen. Meedoen op de Olympus is niet alleen het hoogtepunt uit een sportcarrière, het kan ook eeuwige roem opbrengen. Zoals Bart Brentjens overkwam. De Brabander, 36 jaar inmiddels, won goud in 1996, werd veertiende in Sydney en is in vorm voor Athene.
Achter hem jaagt de nieuwe generatie om zijn opvolging. Waaronder Tjallingii, die in Groesbeek knap derde werd achter Brentjens en de Fransman Julienne Abalon.
Tjallingii liet Thijs Al uit Zaandam en Bas Peters uit Liessel achter zich. Mountainbikers die met Brentjens volgende maand wel naar Griekenland afreizen.
Het is een bewijs dat Tjallingii de mentale dreun van vorige maand helemaal heeft verwerkt. "Als mijn remblokjes vandaag niet waren versleten, had ik Bart Brentjens misschien wel tot aan de finish bijgehouden", blikte Tjallingii optimistisch terug. "Ik moest mijn voet tegen de achterband drukken om af te remmen."
Hij was niet de enige. Ook de remblokjes van Brentjens waren versleten. "Het was een survivalrace", beschreef Brentjens de wedstrijd in Groesbeek. De wedstrijd was niet alleen een aanslag op het materiaal. De mountainbikers reden door de modder als mijnwerkers over de finish. Het oogwit contrasteerde, als knechten van Sinterklaas, in het zwart besmeurde gezicht.
Brentjens, de nummer één op de wereldranglijst, was desondanks een klasse apart en liep ver weg van de rest. Tjallingii legt zich niet neer bij de overmacht van Brentjens, maar blijft mogelijkheden zien om hem ooit te verslaan. "Waarom niet? Ik wordt steeds beter." En ook in de grote internationale wedstrijden waar de concurrentie, de belangen en de spanningen veel groter zijn, ziet Tjallingii mogelijkheden. Ondanks dat hij daarin geen kwalificatie naar Athene kon afdwingen.
"Vorig jaar was de 26ste plaats mijn beste prestatie tijdens het wereldbekertoernooi. Dit seizoen werd ik in Canada 13de, dat is alweer twee keer zo goed. Er zit nog steeds vooruitgang in", schetst Tjallingii zijn sportieve horizon.
"Vooral als je bedenkt dat ik door een blessure een aantal weken niet voluit kon gaan. Dat moet je niet vergeten."
"Aan de andere kant", relativeert Tjallingii, ben ik de derde Nederlander op de wereldranglijst, maar heb je daar weinig aan als je in totaal vijftigste staat."
Alles bij elkaar genoeg inspiratie voor Tjallingii om zijn pijlen alweer op nieuwe doelen te richten. Het Nederlands kampioenschap over twee weken, het wereldkampioenschap na Athene. "Ik richt me zelfs al op de Spelen in Peking in 2008."
Jarenlang zweten, trainen, spierpijn, de vrienden die je niet meer ziet, de tergende spanning, verzuurde geest. Alles heeft Tjallingii ervoor over. Tjallingii: "Ik ben pas zesentwintig en overal een laatbloeier in. Dus ik kan nog jaren mee."
Copyright © 2004 De Gelderlander - alle rechten voorbehouden