Bas de Bever was een wereldtopper, ook al werd de voormalige Vughtenaar bij het afgelopen WK in Frankrijk slechts 66e. „Mede door een polsblessure. Maar mijn leeftijd speelt ook mee. Ik was de oudste. Er zit een hele lichting nieuwe renners aan te komen en die legt de lat hoger.“ En daarom stopt hij.
Reed je afgelopen weekeinde in Italië je laatste grote downhillwedstrijd?
„Ik start in ieder geval niet meer bij wereldbekers en WK’s, maar ik vind het rot om te zeggen ’Ik stop’. Mijn topsportcarrière is voor negenennegentig procent voorbij.“
Het had niet veel gescheeld of je had het wereldkampioenschap niet kunnen rijden door de botsing met je fietsmaat Wilfred van de Haterd uit Geffen. Hij sleutelbeen gebroken, jij niks.
„En zo’n ongelukje gebeurt dan met het uitfietsen. Ik heb bij het downhillen eigenlijk al die jaren geluk gehad. In twaalf jaar tijd alleen één keer m’n sleutelbeen gebroken. Ik mag dus niet klagen, maar anderzijds wist ik altijd tot op de centimeter waar ik mee bezig was en dragen downhillers beschermende kleding. Ik denk dat cross countrymountainbikers (het ’gewone’ mountainbiken, red.) wat dat betreft meer risico lopen. Zij komen met het zwart voor hun ogen boven op een klim en vervolgens storten ze zich met een helm als enige bescherming in de afdaling.“
Downhillen kreeg al niet veel aandacht en was al een kleine sport, maar nu jij gestopt bent, raakt het helemaal uit beeld.
„Dat is wel mijn angst. Wilfred van de Haterd zal nog wel doorgaan, maar hij is ook al over de dertig. En verder is er in Nederland niks meer aan het mannenfront. Ik ga binnenkort met de KNWU praten over de mogelijkheid om voor downhill te scouten bij het fietscross. Zo ben ik er ook in gerold.“
Bas de Bever is vijfvoudig wereldkampioen fietscross. En nu beginnen aan een maatschappelijk leven?
„Als je vijfentwintig jaar voor je sport de hele wereld hebt rondgereisd, kun je niet om acht uur naar kantoor gaan en om vijf uur uitklokken. Gelukkig kan ik actief blijven in de fietssport. Als bondstrainer van het fietscross en als sprinttrainer voor de nationale baanploeg. Daar was ik de laatste tijd eigenlijk al mee bezig en daardoor heb ik zelf een aantal minder uren op de downhillfiets getraind.“