Peters eindigde bij de mannen als vijfde, Vink bij de vrouwen als achtste. De titel bij de mannen ging naar de Belg Filip Meirhaeghe, bij de vrouwen naar de Duitse Sabine Spitz.
De titel van Meirhaeghe was een primeur voor België. De Belg rekende direct af met een serie troostprijzen op grote titeltoernooien. Op de Olympische Spelen in Sydney en de WK van vorig jaar moest hij op de cross country genoegen nemen met zilver. Nog geen drie minuten na de winnaar stapte Peters voldaan van de fiets. De 27-jarige Limburger moest even bijkomen, maar was daarna weer nadrukkelijk aanwezig."Ik heb mijn krachten goed verdeeld. Ik reed met oogkleppen op, zo geconcentreerd was ik. Afgezien van pech had ik het idee dat niets me kon gebeuren", zei de beste Nederlander. Peters zette na het behalen van zijn mts-diploma onder leiding van bondscoach Leo van Zeeland in 2001 alles op het mountainbiken. Alles stond de laatste jaren bij hem in het teken van Athene 2004. Peters: "Ik heb veel aan Van Zeeland te danken. Hij heeft voor mij de juiste weg uitgestippeld, met wekelijkse trainingen en hoogtestages. Ik heb lang gedacht dat de Olympische Spelen alleen voor Brentjens waren weggelegd. Maar sinds de wereldbeker in St. Wendel ben ik er dit seizoen zelf ook in gaan geloven."Peters hield voor het eerst in een groot titeltoernooi Bas Brentjens achter zich. De olympisch kampioen van Atlanta (1996) werd negende, maar heeft al een olympische nominatie op zak. Nederland lijkt in Athene in elk geval met twee mountainbikers aan de start te staan. Dat kan nog een derde worden als Nederland in de UCI-ranking bij de eerste vijf landen blijft staan. Thijs Al lijkt de meest geschikte kandidaat voor het eventuele derde ticket. Gisteren was hij tot halverwege de beste Nederlander. Een zadelbreuk voorkwam dat drie Nederlanders bij de beste tien op de WK eindigden.Vink verraste bij de vrouwen met de achtste plaats. De dertigjarige Brabantse was in Atlanta (1996) al actief op de Olympische Spelen. Haar vijfde plaats op dat toernooi werd als een uitschieter beschouwd. Sydney mocht ze niet rijden. "Nu kan niemand meer zeggen dat ik geen mountainbikester ben. Dat hoop ik volgend jaar nog eens in Athene te bevestigen." Vink twijfelde lang tussen rijden op de weg of in de bergen. "Maar dit doe ik toch het liefste", zei ze gisteren.Ze moest bij de eerste twaalf rijden voor een olympische nominatie. "Ik ben zeker van mijn zaak. Oud en wijzer geworden, zeg maar. In de koers laat ik me niet meer gek maken. Die rust heeft me hier heel erg geholpen." ANP