Lars TB schreef: ↑za 21 augustus 2021, 23:19
Het volgende deel van mijn visie, als uitbreiding op deel 1:
viewtopic.php?f=4&t=151561
Nu dus: Rijeigenschappen, de praktijk (inzichten en een visie)
Voor de geometrie van een mountainbike gaat het er dus om hoe een fiets reageert. Maar de vraag is wat we zoeken? En of we niet jarenlang achter ‘papieren’ ideeën aangelopen hebben? Wat gebeurt er dus in de praktijk met een geometrie, wat zijn de invloeden die van belang zijn hoe een fiets reageert op de berijder en waar je op moet letten om specifieke eigenschappen te krijgen?
Een inzicht: een moderne mtb stuur je niet meer met het stuur. Alles met een balhoofdhoek onder 67 graden stuur je met je lichaam. Dus vooral door de fiets te ‘drukken’, precies zoals je een motorfiets stuurt. De positie van lichaam op de fiets, tussen de wielen, is dus veel belangrijker dan de balhoofdhoek.
Drukken:
Oh ja, sturen!
Goed, hier heeft iedereen op zitten wachten, dus als je nog niet afgehaakt bent: de belangrijkste ‘openbaring’!
Wat doet het dakje met de stuureigenschappen?
Ik weet het niet.
Dat is natuurlijk niet helemaal waar. Ik weet hooguit niet wat ‘perfect’ is. Het draait echter allemaal om balans, om de juiste verhouding tussen het zwaartepunt en de twee assen. Om de juiste druk op het voor- en achterwiel.
Nu begon ik te melden dat je een fiets met moderne geometrie niet meer met het stuur stuurt, maar met je lichaam. Maar dit is ook andersom: omdat je meer met je lichaam bent gaan sturen merk je dat dit met
'betere' geometrie nog beter kunt sturen.
Dit proces werd al gestart rond de komst van de 29er. Ook de downhillbikes en de net in opkomst zijnde endurobikes met kleinere wielen kregen al een langere wielbasis door een vlakkere balhoofdhoek en af en toe ook langere achtervork. Maar met de grote wielen
moest iedereen er aan geloven!
Omdat de geometrie van de meeste 26” bikes nog gebaseerd was op een langere stuurpen, hing het gewicht ook meer op het voorwiel. De enige manier om zo een fiets dan nog goed te laten sturen is met een steilere balhoofdhoek. Zou je die fiets gaan drukken in de bocht, dan moet je het gewicht, het zwaartepunt flink naar achteren verleggen om niet het voorwiel te verliezen. Ook bij de eerste 29er moest dit nog omdat de balhoofdhoek nog steil was, de stuurpen nog lang. Maar de winst zat hem daar al wel in dat het voorwiel verder weg stond, gewoon omdat de voorvork langer was.
En nog steeds ligt de nadruk bij crosscountrybikes op het voorwiel. Je ziet de wedstrijdjongens in snelle bochten veel naar achteren leunen om de balans maar goed te krijgen. Vergelijk dit met rijders uit de EWS of de jongens op downhillbikes en je ziet dat die in vergelijkbare bochten veel minder hoeven te bewegen. En dus ook veel meer ruimte voor correcties hebben!
De ideale fiets
Maar wat is dan de ideale fiets? Het simpele antwoord is dat die niet bestaat en ook nog in zijn algemeenheid niet kan bestaan: alles hangt af van de rijder en het inzetbereik van de fiets. Dat is dus voor een kleine rijder die in Nederland rijdt een compleet andere fiets dan voor een lange rijder die in Zuid Frankrijk rijdt.
Soort van nawoord
Geen conclusie, die kun je zelf trekken. Of niet, maar dan verwacht ik wel een goede onderbouwing!
We fietsen dus allemaal op een andere fiets, zelfs als het model hetzelfde is, maar alleen een andere maat. Daar heeft vrijwel niemand een probleem mee, dus waarom zou ik eigenlijk moeilijk doen? Eigenlijk vooral om duidelijk te maken dat we allemaal op een andere fiets rijden. En dat we niet zomaar kunnen roepen hoe een bepaalt model precies fietst. Niet alleen de maat is daar dus van mega-invloed op, ook de houding van de rijder bepaalt dus grotendeels hoe een fiets zich gedraagt.
Eigenlijk wist ik dat vroeger ook al – in hoedanigheid als tester bij het blad Fiets. Want als een fiets ‘raar’ deed in de uitvoering zoals die geleverd werd, dan begon ik met ‘verbouwen’ om te kijken of de fiets misschien toch nog naar mijn wensen kon gaan sturen en reageren. Meestal betrof dat het veranderen van de stuurpen en meestal was dat succesvol. En schreef ik de eigenschappen alsnog toe aan de geometrie… .
En die geometrie verklaart dus niet waarom een fiets rijdt zoals die rijdt. Maar is natuurlijk wel bepalend voor een groot deel van de eigenschappen. Mijn uitleg verklaart stukken beter waarom een fiets reageert zoals die doet. Doe er je voordeel mee bij het aanpassen van je fiets, bij de keuze van je nieuwe fiets of als je een brief schrijft aan een fabrikant als je een bepaald soort fiets wilt (lees: laat hem dus custom bouwen bij een kleine framebouwer!).