https://probos.nl/rapporten-2004/169-sc ... -realiteit
Conflicten verklaard!?
Conflicten tussen bosbezoekers moet volgens veel onderzoekers (o.a. Carothers 2001, Moore 1994, Cessford 1995, Jacob en Schreyer 1980) niet gezocht worden in de onverenigbaarheid van verschillende recreatiegroepen. De meest gebruikte theorie voor het verklaren van conflicten is de ‘goal interference’ theorie (interpersonal conflict): de fysieke aanwezigheid van een individu/groep heeft een negatieve invloed op het doel van het bezoek van een ander individu/groep. Elke recreant is op zoek naar bepaalde ervaringen of belevenissen, zoals uitdaging, rust, contact met vrienden en familie of natuur ervaren. Welke ervaringen of belevenissen gezocht worden verschilt tussen de verschillende activiteiten, tussen mensen die dezelfde activiteit uitvoeren en zelfs tussen verschillende bezoeken van dezelfde persoon. Elke
discrepantie tussen datgene wat een recreant zoekt en wat hij daadwerkelijk ondervindt wordt als een conflict ervaren. Over het algemeen varieert het tolerantieniveau sterk per individu; afhankelijk van persoonlijke normen en de individuele situatie (groepsgrootte, motivatie voor het bezoek, locatie, etc.). Een andere theorie (social value conflict) stelt dat conflicten worden veroorzaakt door verschillen in normen en waarden, onafhankelijk of er werkelijk contact is tussen de twee groepen (Carothers 2001):8
• Tolerantie voor technologieniveau
Uit onderzoek is bekend dat mensen die een laag niveau van technologie gebruiken conflictgevoelens kunnen hebben bij het ontmoeten van personen die een hoog technologieniveau toepassen. Voorbeelden zijn langlauf versus sneeuwmobiel en kano versus motorboot (Moore 1994). In het geval van een mountainbiker gaat het niet alleen om de fiets, maar ook het dragen van een helm, handschoenen, bril en felgekleurde kleding dragen hier aan bij. ‘The bigger, brighter, louder, smellier the unnatural object is, the more it will offend and reduce
the quality of the hiking experience’ (Kitt Keller 1990). Dit esthetische of filosofische vraagstuk kan moeilijk objectief worden benaderd.
• Tolerantie voor andere recreatievormen
Sommige mensen zijn weinig tolerant voor mensen die andere activiteiten uitvoeren, bijvoorbeeld omdat ze dit niet vinden passen in de betreffende omgeving (McCay & Moeller 1976, Goldbloom 1992). Mountainbiken wordt door deze groep vaak gezien als ongepast en een dissonant in de natuurlijke omgeving. Bovendien zijn sommige traditionele bosbezoekers intolerant ten aanzien van ‘nieuwkomers’ (Nielsen 1977, Carothers 2001, Moore 1994, Kitt Keller 1990). Veel mensen houden niet van veranderingen.
• Tolerantie voor andere levensstijlen
Veel mensen hebben de neiging om minder tolerant te zijn ten aanzien van mensen met een andere achtergrond of levensstijl (o.a. Jacob & Schreyer 1980, Chavez 1999, Carothers 2001). Wandelaars hebben de perceptie dat mountainbikers een afwijkende levensstijl hebben, hetgeen zich onder andere zou uiten in het gedrag ten aanzien van natuur en milieu. Dit speelt des te sterker bij frequente bezoekers en mensen die natuur en milieu als zeer belangrijk zien (Nielsen 1977). Uit onderzoek blijkt overigens dat de groepen meer gemeen
hebben dan algemeen gedacht (Horn 1994, Ramthun 1995, Watson, Williams & Daigle 1991). Het verschil tussen mountainbikers en wandelaars is voor een belangrijk deel gebaseerd op percepties en stereotypen. Uit recreatieonderzoek van Natuurmonumenten blijkt bijvoorbeeld dat er geen sprake is van een sterke scheiding tussen de verschillende bezoekersgroepen. Zo blijken vrijwel alle mountainbikers ook te wandelen en heeft maar liefst 37% van alle bezoekers in het Bergherbos de afgelopen twee jaar gemountainbiked (Nederlands Research Instituut voor recreatie en Toerisme 2002). De twee groepen leren elkaars problemen daardoor in toenemende mate kennen.
Bij de sociale conflicten tussen wandelaars en mountainbikers zal ook zeker een rol spelen dat het om twee verschillende generaties gaat met verschillende motivaties (Cessford 1995, Weigands 1993, Wöhrstein 1998). De gemiddelde leeftijd van mountainbikers ligt in veel (internationale) onderzoeken tussen de 25 en 35 jaar. Tijdens een onderzoek in Rheinland-Pfalz (Ministerium für Landwirtschaft und Forsten Rheinland-Pfalz in Wöhrstein 1998) lag bij meer dan tweederde van de wandelaars in een bosgebied de gemiddelde leeftijd hoger dan
40 jaar en bij vakantiegangers was dit zelfs meer dan 70%. Weigands (1993) vond een gemiddelde leeftijd van wandelaars van 44 jaar. Het ‘actieve’ profiel van een mountainbiker staat soms ook lijnrecht tegenover het meer ‘passieve’ profiel van een wandelaar (Cessford 1995).
Wellicht is dit ook een verklaring voor het feit dat zichtbaar recreatieve mountainbikers minder snel conflicten hebben, omdat ze
beter passen binnen het profiel van de wandelaar .
• Tolerantie voor drukte
Drukte is geen objectieve maat, maar een subjectieve constatering dat er te veel mensen zijn. Of het daarbij gaat om mountainbikers of wandelaars is niet van belang. Uit onderzoek (o.a. Jansen 1993) blijkt dit een belangrijke reden te zijn voor ontevreden gevoelens onder bepaalde groepen recreanten. Des te drukker, des te lager de waardering voor de situatie. Voor sommige mensen (m.n. vrouwen) kan de aanwezigheid van een kleine groep andere recreanten (2-4 personen), zoals vaak het geval bij mountainbikers, bovendien leiden tot gevoelens van onveiligheid. Grotere groepen geven daarentegen vaak een veiliger gevoel.9