fonzie schreef:en hebben jullie genoten daar?
Zeker weten. Ik was al zaterdag vertrokken met vrouw en dochter om de wedstrijd te kunnen verbinden met een bezoek aan Trier. Zondag om 8:00 's-ochtends mijn startbewijs voor de 110 km opgehaald. Sfeer lekker rustig en gezellig. In Trier de dag daarvoor 32 graden, dus het was duidelijk dat het een hete dag wordt. Voor de start veel renners nog zien drinken uit hen bidons. Ik stond helemaal achterin, 150 deelnemers ingeschreven, maar ik denk dat er wel minder waren verschenen, misschien 110-120. Soren Nissen stond, heel gek, net zoals in 2015 direct naast me met een brandnieuwe bike (weer met Lauf vork).
Parcours was op een aantal punten anders dan in 2015. Gelukkig voor de start nog naar de infostand en kregen we nieuwe punten aangegeven waar mijn begeleiders me konden voorzien met drankjes. Dat werkte perfect. Ueberhaupt is het parcours heel "begeleider vriendelijk". Punten langs het parcours, die met de auto gemakkelijk bereikbaar zin liggen slechts 5-10 minuten uit elkaar; als je wilt kun je elke 8-10 km de renners zien langskomen.
Mijn plan om rustig te beginnen zodat ik naar de Erbeskopf (km 73) nog wat over heb, ging al naar 20 km niet meer op. Omdat er weinig deelnemers waren dreigte je helemaal alleen te komen zitten en hier had ik er geen zijn in. Dus besloten het achterwiel op te zoeken van een renner, die me inhaalde en met hem ben ik dikweg 30 km samen gereden. Voor mijn smaak ging hij te snel, maar tegen mijn gevoel in (want mijn hartslag was erg laag) bleef ik tot ca km 50 in zijn achterwiel. Toen moest ik toch lossen om na het volgende verzorgingspunt weer in zijn achterwiel te komen zitten omdat hij stopte en ik door kon rijden. Uiteindelijk toch moeten lossen. Hij was gewoon te sterk. Toen ik hem moest laten gaan dacht ik wel even aan dat ik misschien een fout had gemaakt en begon me wat zorgen te maken of ik de rekening hiervoor later moet betalen.
Daarna weer 10 km alleen gereden tot het volgende verzorgingspunt, waar ik weer kon aansluiten bij 3 renners.
De klim naar de Erbeskopf was eindeloos (vanaf km 25 tot 73), vaak onderbroken door zeer technische afdalingen op single trails, waar je echt niet kon ontspannen. Veel grasstukken, die (voor mij althans) geen meter liepen. Daarom zat ik bij km 73 al behoorlijk doorheen en dacht even aan om te stoppen. Zag nog de nazorg van een zware valpartij in de afdaling van de Erbeskopf met ambulance etc. Schot adrenaline in mijn lichaam en dan toch maar door gegaan.
Ik dacht de hele rit aan deze vrezelijke single trail afdaling, die in 2015 bij ca km 100 op me stond te wachten. Toen mijn Garmin al 102 km aangaf dacht ik eerst dat ze deze uit het parcours hadden gehaald. Maar nee, 2 km later zag ik ze aankomen. In 2015 moest ik de nooduitgang nemen (kostte me een gekeuzde schouder), omdat ik de snelheid van mijn bike niet meer onder controle had. Nu vast beraden (met de ervaring van de Ardennen Trophy en een Nobby Nick als voorband bestens voorbereid) om deze te rijden. Het was op het randje, kurkdrooge ondergrond met veel los materiaal, schuiven, obstakles uitwijken, over wortels en stenen heen, balans houden, met de voorrem voldoende remkracht ontwikkelen maar ook weer niet te langzaam, opletten dat het achterwiel je niet inhaalde etc, maar uiteindelijk ben ik de hele afdaling gereden. Dat gaf me een geweldige boost waar ik nog tot km 110 van kon genieten. Ander voordeel was dat ik daardoor in het achterwiel van een renner kwam te zitten, die me ca 20 km daarvoor in een lange klim gemakkelijk had ingehaald. Hij moest de afdaling lopen.
Was wel nodig, want op de laatste km kregen we een lange klim van 150 hm voorgeschoteld over 4 km; klinkt gemakkelijk, maar ik was helemaal op en ben (niet te geloven) op 24/32 gereden. Daarna volgden nog twee vrezelijk stijle wortelklimmen; in de eerste klim kon ik de renner inhalen, want hij moest afstappen. In de tweede wortelklim heb ik alles uitgeperst om de afstand te vergroten, maar helaas was het laatste stuk een loopstuk. En boven aangekomen kwam ik niet meer in mijn linker pedaal, met als gevolg dat de renner weer kon aanschuiven. Een km later heeft hij me op een asfaltklim gepasseerd, maar ik zag hem continu voor me rijden. Afstand was nooit groter dan 100 m. Gelukkig maar, want achter me zag ik een renner aankomen en op zijn gezicht meende ik te zien dat ik op zijn lijst stond. Dus op de laatste 5 km alles uitgeperst wat er nog in zat en daarom lukte het uiteindelijk om hem voor te blijven. Helemaal gesloopt over de finish. Nog handen geschut en een beetje gekletst met de renner die voor me was gefinished en met mijn achtervolger (heel leuk).
Het was loodzwaar. Veel technischer dan in 2015. Een aantal single trail afdalingen tussen de bomen over wortels en stenen deden niet onder aan de Ardennen Trophy van dit voorjaar. Met speedsensor had ik uiteindelijk 116.7 km op de teller. Dat valt best tegen als je onderweg uitgaat van 110 km en aan het einde van de rit een aantal vrezelijk stijle (wortel-)klimmen voor je kiezen krijgt. Of het parcours is met GPS gemeten (en dan weten we dat de afstand ca 3-6 % korter is dan daadwerklijk) of ze hebben de inleidingsronde niet meegeteld of iets klopt niet met mijn speedsensor. Ik weet het niet. Trouwens wanneer ik de FIT file inlees geven zowel strava en gpsies hiervan afwijkende waardes aan (d.w.z. ca 113 km).
Uiteindelijk 6:13 over de 116.7 km (?) gedaan (P49 overall van slechts 87 finishers, P8 S3) vergeleken met 5:55 over 113 km in 2015 (P39 overall van 122 finishers, P7 S3). Op het eerste gezicht was ik teleurgesteld over de tijd; had toch meer verwacht. Maar met wat afstand overwegen toch de positieve gevoelens.
Kortom: zoek je een "sloper" met een hoog single trail aandeel, technisch uitdagend, 3000+ hoogtemeters over > 110 km en een enthousiaste organisatie met behoorlijk wat mensen langs de straten in de dorpjes, rij dan de Erbeskopfmarathon.