Er dient een expliciet gebod, verbod of APV (zelf navragen gemeente) te gelden. Indien dit niet het geval is, is het bos gewoon toegankelijk
@Bowiex: Vraag het even na bij Ralf.
Elk bosgebied in Nederland is particulier terrein. De APV is niet van toepassing. Ook als het bos van Staatsbosbeheer is, is het nog steeds particulier terrein. Aan de rand van het bos staan de huisregels zoals deze door de eigenaar worden bepaald. Daar is hij vrij in. Hij kan bijv. naar eigen inzicht wel of niet fietsen op onverharde paden toestaan om maar een bekende dwarsstraat te noemen. Of dat beperken tot 'daartoe aangewezen paden' oftewel MTB-routes.
Dus in alle gevallen geldt het advies: Kijk wat er op de bordjes aan de rand van het bos staat. Bij twijfel: bel de boswachter of de eigenaar en vraag het na.
Er zijn een paar uitzonderingen.
Stadsparken, openbare zandwegen in het buitengebied, fietspaden, schelpenpaden, halfverharde paden (zolang er maar een bordje 'fietspad' staat)
Daarom stelde ik ook dat een expliciet verbod (dmv bebording) moet staan.
Art. 461 Wetboek van Strafrecht (bebording) is geen milieudelict. Geen misdrijf en dus ook geen strafblad.
De APV is van toepassing op de gehele gemeente dus ook op grond die niet van de gemeente zelf is (eigendom). APV is dus ook van toepassing op gebieden van natuurorganisaties en/of andere particulieren.
Verder kan je niet alles op de bebording zetten als eigenaar gezien dit niet in strijd mag zijn met (andere) wetgeving.
Een belangrijke vraag die je jezelf moet stellen met fietsen met een 'bouwlamp' op je stuur en/of helm of je op zo een moment wel natuurliefhebber bent in het bos. Er zijn in Nederland veel dieren die (noodgedwongen door mensen) 's nachts actief zijn.
Ze zijn gewend om hun rust te hebben en hebben dit ook nodig gezien de vele bebouwing en wegen. Als je met je 'bouwlamp' kriskras door het bos gaat rijden kan je er vanuit gaan dat veel wild gaat rennen. Dus op dat moment ben je aan het verstoren met als risico aanrijdingen wat vervelend is voor zowel het dier als de automobilist/fiets o.i.d. die daar flinke schade door op kan lopen.
Vanuit de APV
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
1. Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
2. Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen:
a. in het belang van het voorkomen van overlast;
b. in het belang van de bescherming van natuur- of milieuwaarden;
c. in het belang van de veiligheid van het publiek.
3. Het verbod in het eerst lid geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen en voor fietsers of berijders van paarden:
a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten;
b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld;
c. die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;
d. van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld;
e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet:
a. op wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
b. binnen de bij of krachtens de Provinciale verordening 'Stiltegebieden' aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als 'toestel'.
5. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.